Aan het einde van het afgelopen seizoen heeft het KNKV verenigingen bevraagd over de opzet van de veldcompetitie. Hierbij was de vraag of de huidige opzet van een veldcompetitie in poules van acht ploegen verdeeld over het najaar en voorjaar nog voldeed aan de behoefte van verenigingen en leden. Op basis van de behoefte van verenigingen om in een andere opzet meer ruimte te hebben voor andere activiteiten en flexibelere mogelijkheden, heeft het bondsbestuur besloten voor een andere invulling van het competitieschema te kiezen vanaf seizoen 2023/2024. De veldcompetitie wordt vanaf dan een competitie die uit twee gesplitste veldcompetities bestaat.
De veldcompetitie gaat bestaan uit één volledige competitie met vier teams voor de zaal en één volledige competitie met vier teams na de zaal. Deze opzet is gelijk aan die van het breedtekorfbal. De eindstanden in de poules van de najaarscompetitie bepalen de inrichting van de niveaus in de voorjaarscompetitie. Hiermee wordt gerealiseerd dat de teams zoveel mogelijk wedstrijden spelen tegen teams met een vergelijkbaar niveau. Door het spelen in poules van vier, speel je per competitie twee wedstrijden minder.
Voordelen nieuwe opzet
Door een andere opzet van de veldcompetitie kan de zaalcompetitie eerder beginnen, waardoor het reguliere seizoen begin juni afgerond kan zijn. Doordat de competitie eerder eindigt, kunnen ook de veel gewenste verenigingsactiviteiten eenvoudiger gepland worden. Daarnaast kan met deze opzet ook beter ingespeeld worden op het voorkomen van het spelen van wedstrijden in de schoolvakanties, met name de herfstvakantie, ten opzichte van de oude planning. Tot slot wordt de competitiestructuur ook stabieler waarmee het wegvallen van teams eenvoudiger opgevangen kan worden.
Voldoende draagvlak
Afgelopen zaalcompetitie is er al in deze nieuwe competitievorm, poules van vier met zes wedstrijden, gespeeld. Uit de peiling die eind mei en begin juni gehouden zijn over deze opzet, bleek dat het merendeel van de verenigingen hierachter staat. Op deze peiling heeft 63 procent van de verenigingen die uitkomen in het wedstrijdkorfbal gereageerd. Daarvan was er 37 procent tegen en koos dus een meerderheid voor deze nieuwe competitievorm. Daarmee is er voldoende draagvlak om deze vorm vaker in te gaan zetten.
Uitwerking en vragen
De uitwerking van de standaardklassen hiervan vind je hier. De uitwerking voor de reserveklassen en de jeugd zal op dezelfde wijze plaats gaan vinden. De detailuitwerking komt terug in de promotie/degradatieregeling die vlak voorafgaand aan de start van de veldcompetitie gepubliceerd zal gaan worden. De details over de promotie- en degradatieregeling lees je via de link.